Met Matt van Wezel om tafel (deel 1)

27 november 2019 |
Delen:

Matt van Wezel is een bekende naam in de volleybaltrainerswereld. Hij werd met de dames van Sliedrecht kampioen van Nederland en was een tijdlang bondscoach bij jeugdteams van Oranje. Maar hij strekte zijn vleugels verder uit dan alleen Nederland. Zo was hij bondscoach van het Nepalese herenteam en momenteel heeft hij het vrouwenteam van Noorwegen onder zijn hoede.

We kwamen met Matt in contact en zijn interessante visie op volleybal trok onze aandacht. We gingen daarom met Matt om de tafel. We bespreken met hem in een tweedelige blogserie zijn kijk op het volleybalspel waarin hij trainers en spelers praktische tips geeft om mee aan de slag te gaan. Ook kijken we met hem hoe het er in Noorwegen aan toe gaat en hoe we in de volleybalwereld ‘agile werken’ toe kunnen passen.

Aan welke voorwaarden moet een goede training voldoen?

Allereerst vertelt Matt waar volgens hem een goede volleybaltraining aan moet voldoen. Daaruit komen drie gevolgen naar voren, aldus Matt:

De spelers hebben een lach hebben op hun gezicht: dat betekent dat de training leuk is geweest. Daarnaast hebben de spelers rode wangen: dat betekent dat er hard is gewerkt. Als laatste hebben de spelers iets geleerd op de training. Dat kun je navragen na afloop van de training. Komen de leerdoelen er goed uit? Dan heb je het goed gedaan als trainer. Je kunt als trainer vier vragen stellen na afloop van de training:

1: Wat ging er vandaag goed op de training?
2: Wat heb je vandaag gedaan om het goed te laten gaan, ook bij anderen? Wat is je impact geweest?
3: Wat zou je de volgende training nog beter willen doen?
4: Wat neem je mee naar de volgende training?

Matt heeft een aantal basisprincipes ofwel regels voor het maken van een volleybaloefening:

– Tijd
Volleybal gaat altijd over tijd. Je moet een speler in tijdnood brengen zodat hij of zij snel leert handelen. Matt is van mening dat je speler hierop moet triggeren en uitdagen

– Er is altijd een net
Als je een volleybaloefening doet, moet er een net zijn. Dan speel je echt volleybal en kun je gericht zaken gaan trainen in de optiek van Matt.

– Functionele warming-up
Matt is een voorstander van een warming-up met een functie. Wat dat inhoudt? Direct een bal pakken en aan de slag gaan! Een klassieke warming-up waarbij je naar het net loopt en opwarmbewegingen doet, kost alleen maar tijd. Pas je trainingsvorm aan zodat je tijdens een warming-up direct met de bal aan de slag kunt.

Een goede volleybaloefening moet bestaan uit hoeken

We zoomen met Matt verder in op de oefeningen binnen een training. Op de vraag waar een goede volleybaloefening uit moet bestaan, is Matt duidelijk: hoeken. “De bal komt uit een bepaalde richting en gaat altijd terug in een bepaalde richting, dat is een hoek. Dat moet je ook terugbrengen in je oefeningen.”

Maak twee acties

Bij een hoek moet je altijd twee acties laten maken. Omdat de speler zo mogelijk van de ene naar de andere actie moet gaan. Dus van pass direct naar de aanval. Of het uitdekken van de aanval. De spelverdeler vindt Matt ook een mooi voorbeeld: “Een spelverdeler staat veel stil op de training, maar tijdens de wedstrijd maakt deze speler de meeste meters. Zorg daarom voor actie tijdens je training. Er gebeurt veel tussen twee balcontacten in, besteed daar tijd aan.”

Zorg voor een logische follow-up

Matt is van mening dat tussen de twee acties een logische follow-up moet zitten. Wat hij daarmee bedoelt? “Na de pass, pass je nooit nog een keer. Of je moet geketst hebben. Je moet begrijpen wat je aan het doen bent. Wat betekent een actie tijdens de wedstrijd? Na de pass ga je uitdekken of aanvallen. Na de aanval komt weer de blokkering en ga zo maar door”, aldus Matt.

Lezen

Naast het creëren van hoeken in je oefeningen, twee acties en een logische follow-up is er voor Matt nog een belangrijke eigenschap waar een goede oefening aan moet voldoen: Lezen. Spelers moeten leren wat er gebeurt tijdens een oefening. Spelverdelers moeten hun passers leren lezen. Waar gaat de bal heen?

Noorwegen

Matt vertelt dat dit volgens hem de eigenschappen zijn waaruit een training en de bijbehorende oefeningen moeten bestaan. In het volgende deel kijken we met Matt naar de Noorse manier van opleiden en wat we daarvan kunnen leren. Daarbij neemt Matt ons mee in de wereld van agile werken en wat we daar binnen de volleybalsport mee kunnen. Ook praten we met hem over motorisch leren en zelfregulatie binnen een team.

Lees ook Deel 2: De Noorse manier van opleiden

Delen:
Populaire blogs