De spiegelneuronen

15 september 2021 |
Delen:

Het afgelopen jaar, met de nodige sportbeperkingen, heb ik regelmatig gesprekken gevoerd met trainers en daarbij gesproken over ons trainersland, de tekorten
én wat dat doet met het niveau van onze trainers. En terwijl ik over die gesprekken nadacht, luisterde ik naar neuropsycholoog Erik Scherder op tv. Waar termen als spiegelneuronen de revue passeerden.

Enkele dagen later zei een leerkracht tijdens een gesprek over de voortgang van mijn dochter op die school met een knipoog:
“Ach, je weet wat ze zeggen: Wanneer je zelf ergens niet goed in bent, kun je altijd nog lesgeven.”

Kunnen wij als trainer, leerkracht, coach, ouder hier iets mee? Eén van de lastigste zaken die een trainer regelmatig tracht uit te voeren en waar de zwaarte van de taak ook ligt volgens velen, is het ‘levelen’ van een groep. Wie zet je bij wie, zodat je oefeningen kunt uitvoeren met gelijkwaardige spelers qua niveau? De noodgedwongen trainer of het jeugdlid dat lesgeeft aan mini’s zullen deze vaardigheid niet direct beheersen. Maar is die trainersvaardigheid voor de ontwikkeling van het kind eigenlijk wel noodzakelijk?

Volgens bovenstaande uitspraken zou dit anders kunnen en misschien wel moeten.

Spiegelneuronen

De spiegelneuronen wat zijn dat? Kort en eenvoudig uitgelegd: (want ik heb niet de volledige kennis van Dhr. Scherder)
Wanneer je staart met een felle intense blik naar iemand die een set-up geeft, iemand die een 360 doet op skateboard of iemand gijpt met windsurfen, activeer je delen/neuronen in je brein die ervoor zorgen dat jij die bekeken beweging sneller leert dan wanneer je niet staart met een intense blik. Je doet je voorbeeld na. En hoe vaker en intenser jij als sporter naar goede voorbeelden kijkt, des te meer brandstof voor je hersenen om het zelf ook zo te doen.

Er is een challenge geweest van tennisleraar die een dame vertelde hoe ze de forehand moest slaan en de andere dame moest 20 minuten ‘staren’ naar hoe hij de forehand sloeg.
Na 20 minuten was de dame die keek naar de leraar net zo ver ontwikkeld in die vaardigheid als degene die 20 minuten zelf geoefend had. Bijzonder toch?
Nu beweer ik niet dat jij als trainer 1 uur lang de pass moet voordoen en de kinderen zitten op de bank te kijken en gaan daarna vrolijk naar huis. Nee, ik wil hiermee aangeven dat goed voorbeeld doet volgen. Laten we dit even parkeren.

Indeling van je groep

“Wanneer je ergens niet goed in bent, kun je altijd nog lesgeven”

We hebben in de sport vaak de neiging om kinderen in te delen naar leeftijd of niveau. De honkballers in Curaçao doen dat anders. Bij de honkbaltraining worden de ouderen (max. 16 jaar) gekoppeld aan jongere spelers (min. 6 jaar). De ouderen leren de jongere gooien, slaan, et cetera. Ook op Montessorischolen wordt dit toegepast. De ouderen geven de jongeren les. Het grote voordeel van het overbrengen van een vaardigheid op iemand anders, is dat het je eigen inzicht in die vaardigheid ook verdiept. Daar hebben de ouderen dus voordeel van en de jongeren zetten op hun beurt de spiegelneuronen aan het werk. Win-win dus.

Dus trainers; misschien is het een goed idee om juist niet te levelen, maar de ouderen van de groep de opdracht te geven om de jongeren les te geven en de jongeren de opdracht om na te doen wat de ouderen voordoen of zeggen. Praktisch: Laat de ouderen spelers voorafgaand aan hun eigen training lesgeven aan de lagere niveaus. Of ga bij een uur training minimaal een half uur een N5 speler koppelen aan een N2 speler en laat hun samen de door jou bedachte oefeningen of de door jou gevonden oefeningen op VolleybalXL uitvoeren..

Zo kun jij je als trainer/coach terugtrekken en de ontwikkelingen observeren en persoonlijk begeleiden indien nodig. En wordt jouw trainersniveau niet beoordeeld op ‘level’-vaardigheden, maar meer of jij jezelf overbodig kan maken door spelers te trainen naar zelfredzaamheid.

Dennis Veth
VolleybalXL 

Delen:
Populaire blogs