Black Friday-deal: 20% levenslange korting!
Profiteer nu

Tips en tricks voor libero’s en hun trainers van Myrthe Schoot

22 november 2022 |
Delen:

Tienduizenden supporters op de tribune in het Gelredome en Ahoy. Miljoenen kijkers op tv. Een strijdend Oranje. Een geweldige sfeer tijdens de finale. Ondanks dat Nederland niet de kwartfinale wist te bereiken, was het WK volleybal in eigen land een geweldig succes. De volleybalsport werd tijdens het toernooi weer op de kaart gezet in Nederland.

Tijdens de wedstrijden van Oranje viel het spel van de 33-jarige libero Myrthe Schoot op. Haar bevlogenheid, energie, passie en uitstekende verdedigende werk liet menig journalist lovende kritieken opschrijven. Myrthe mag met recht dan ook een van de kartrekkers van het huidige Oranje worden genoemd.

Hoog tijd om eens kennis te maken met ‘onze’ Myrthe Schoot en specifiek in te zoomen op de liberopositie. Want daar is ze immers al jaren het vaste gezicht van Oranje. Wat zijn nu volgens haar de key learnings voor libero’s en hun trainers? Wat zijn haar tips om toe te passen in de training en hoe zorg je ervoor als trainer dat jouw libero beter wordt?

Myrthe Schoot in actie op het WK © Caroline Visser, TeamNL.

Begonnen in Winterswijk
Ruim 20 jaar geleden vatte het volleybalvuurtje vlam bij Myrthe. Ze begon met volleyballen bij de lokale vereniging Skopein Wivoc in Winterswijk en gestaag klom ze naar de top. Op haar palmares staat een imposante lijst van twaalf clubs in Nederland en Duitsland. Het afgelopen seizoen was ze actief bij Team22 in de Nederlandse competitie, om zich zo optimaal mogelijk voor te bereiden op het WK.

In 2008 maakte ze de keuze om zich definitief te richten op de liberopositie, omdat ze hierin de meeste kansen voor zichzelf zag om door te ontwikkelen richting de top. En die keuze heeft haar geen windeieren gelegd. Tijdens het afgelopen WK eindige ze in de categorie ‘best diggers’ op de 5e plek. Ze kan dus met recht een wereldtopper op haar positie worden genoemd.

Overstap van passer/loper naar libero
Toch vond ze het moeilijk om de overstap te maken van de passer/loper positie naar de liberopositie jaren geleden. “Ik vond het aan het begin vooral lastig omdat je als libero alleen maar fouten kunt maken. Waar je als passer/loper nog een fout goed kan maken door een punt te maken, kan dat als libero niet. Maar ik vind het wel heel leuk om energie te geven aan het team en een verbindende rol te hebben. Daarbij kun je andere mensen in het achterveld in hun kracht zetten. Je kunt andere spelers ook helpen, door te coachen. Bijvoorbeeld: als een aanvaller in de lucht hangt, geef je aan waar de gaten zitten en waar de ballen geslagen kunnen worden. Daarbij haal ik er veel voldoening uit om onhoudbare ballen te verdedigen en helemaal als we dan de rally winnen.”

Hard werken is het devies
Volgens Myrthe heeft een goede libero verschillende eigenschappen nodig. “Maar als je wil kan alles! Ik denk dat het – überhaupt in de topsport – heel belangrijk is, dat je hard wilt werken. Dat is voor een libero heel belangrijk. Je moet als libero er genoegen mee kunnen nemen om in de schaduw te werken, in dienst te staan van het team. Fysiek moet je heel sterk zijn. Dat zie je zeker terug bij libero’s in topcompetities.”

De training is de basis
Het begint bij de training, vindt Myrthe. Het is volgens haar een kwestie van doen. Als voorbeeld noemt ze het 5-jarige kind dat voor het eerst een bal vangt op de training. Dat is eerst spannend, maar hoe vaker het kind het doet, des te meer vertrouwen het kind krijgt. Dat is dus ook zo met de liberopositie. “Je moet het heel veel doen, heel veel trainen en spelen”, aldus Myrthe.

Ook noemt ze de liefde voor het spelletje en het trainen van de bovenbenen. “Als je die liefde hebt, heb je de ambitie om beter te worden. Daarnaast moet een libero sterke bovenbenen hebben, zodat je lang als libero in een diepe houden kan zitten. Je moet altijd dichtbij de grond zitten. Wendbaarheid en snelheid zijn belangrijk. Je moet veel wenden, keren en korte sprintjes trainen. Je moet niet bang zijn voor een schrammetje. Libero’s zijn vaak wel bikkels, ze doen er alles aan om een bal niet op de grond te laten komen. Wat ik zelf altijd heel leuk vond was om met ballen op hele hoge snelheid te trainen door bijvoorbeeld een ballenmachine. Daarmee leerde ik op een snelheid te trainen die hoger lag dan in de wedstrijd, waardoor ik in de wedstrijd ‘ontspannen’ kon spelen”, vertelt Myrthe.

Myrthe in afwachting van de service © Caroline Visser, TeamNL.

Spelers in hun kracht zetten
Maar wat zijn nu de tips voor trainers? Myrthe: “Ik geloof in de kracht van herhaling en in mensen in hun kracht zetten. Datgene waar ze goed in zijn, moet je ze ook absoluut competent in laten zijn en blijven voelen. En datgene waar ze nog niet zo goed in zijn, dat proberen te ontwikkelen, dat zien als een proces.”

Specifiek benoemt Myrthe de set-up overnames en het trainen daarvan: “Doe dat erbij als trainer. Je kunt een tweede spelverdeler in het veld daarmee creëren. Ga op hoge snelheid trainen met je libero, hoger dan in de wedstrijd. Schenk aandacht aan wenden en keren. Persoonlijk vind ik het heel leuk om zwaar te trainen. Als het in de training zwaar is, sla je iedereen weg in de wedstrijd!”

Voetenwerk, snelheid, wenden en keren
Voetenwerk, snelheid, wenden en keren. Daar draait het volgens Myrthe om. “Bij het Nederlands team trainden we altijd het voetenwerk in de pass. Vooruit, achteruit en zijwaarts. Het is belangrijk dat je je competent voelt, dat je ballen kan halen en dat aan de andere kant echt het uiterste van je gevraagd wordt. Dat kan zowel in de pass als in de verdediging. Het ligt aan waar je in je wedstrijdvoorbereiding zit. Daar pas je de intensiteit van je oefeningen op aan.”

Uitdagen en trainen
Tot slot noemt Myrthe dat de liberopositie een positie bij uitstek is waarbij je de wil moet hebben om de bal niet op de grond te laten komen. “Als je heel veel ambitie hebt, geloof ik erin dat je het ver kan schoppen. Ik daag alle libero’s uit om juist hun eigen trainer uit te dagen. Om extra ballen te spelen. Ook als je niet aan het trainen bent, kan je zelf gaan trainen. Bijvoorbeeld tegen de muur aan of buiten over een net. Veel doen en hard trainen dus. Vraag hulp om je heen. Trainers zijn faciliterend. Spelvormen zijn het leukst. Ik vind het leuk om na een training het gevoel te hebben dat ik heel veel gedaan heb. Het is uitdagend voor trainers om grenzen te verleggen bij spelers. Dat wil ik zeker meegeven”, aldus Myrthe.

Lijkt het jou als speler of als coach nou leuk om meer van Myrthe te leren? Houd dan VolleybalXL de komende tijd in de gaten, wordt vervolgd!

Delen:
Populaire blogs