Volleybal verdedigingssytemen

Er zijn verschillende verdedigingssystemen binnen het volleybal. Welke systeem je hanteert hangt af van hoe je wilt spelen, wat voor soort spelers je tot je beschikking hebt en de keuze voor je blokkering systeem speelt een ontzettend belangrijke rol. Ook is het belangrijk om het team waar je tegen speelt te analyseren. Want iedere tegenstander speelt weer anders, waar jij als trainer mogelijk je verdedigingstactiek op aan moet passen.

VolleybalXL legt je uit welke systemen je kunt hanteren, hoe je je spelers positioneert en wat de voor- en nadelen van dit systeem zijn.

De cijfers in het verdedigingssysteem

Maar voordat we inzoomen op de type systemen, leggen we eerst de nummers in het systeem uit. Ieder type verdedigingssysteem wordt namelijk aangeduid met nummers. Bijvoorbeeld: 3-2-1 systeem.  Het eerste cijfer (3) geeft het aantal spelers aan dat een blokkerende taak heeft. Het tweede getal (2) geeft het aantal spelers aan dat verantwoordelijk is voor de ballen kort achter de blokkering. Het laatste getal (1) geeft aan het aantal verdedigers aan dat zich diep moet positioneren.

Bij het 2-0-4 systeem heb je dus 2 spelers met een blokkerende taak. 0 spelers die verantwoordelijk zijn voor korte ballen en 4 spelers die zich diep positioneren voor harde aanvallen.

3-2-1 systeem / 2-1-3 systeem (rotatieverdediging)

Het 3-2-1 systeem wordt ook wel rotatieverdediging genoemd, omdat de verdedigers (vrije netspeler en veldverdedigers) samen draaien (roteren) in een boogvorm richting de aanvalspositie.

Het 3-2-1 systeem kun je op verschillende manieren hanteren. Je hebt dus eigenlijk 3 sub-varianten van dit systeem. Dat zijn:

  • 3-2-1-midden

In dit verdedigingssysteem speel je met de midachter centraal in het veld. Deze speler is verantwoordelijk voor de blokdekking (het gebied kort achter de blokkering). Het voordeel van dit systeem is dat de meeste spelers al direct goed staan vanuit hun startpositie. Nadeel van dit systeem is dat er een groot gat midden achter in het veld ontstaat en er verwarring kan ontstaan wie die ballen moet pakken. Daarbij is in dit systeem een sluitend tweemansblok een vereiste om het systeem optimaal te laten functioneren.

 

  • 3-2-1-diagonaal

Binnen het 3-2-1 systeem kun je er voor kiezen om de blokkering diagonaal dicht te zetten. Vandaar de naam 321-diagonaal. Binnen dit systeem moet er flink geroteerd worden. Er wordt namelijk geroteerd afhankelijk van waar er aan gevallen wordt zoals je ziet in onderstaande afbeelding. De vrije netspeler is daarbij verantwoordelijk voor de korte ballen achter de blokkering. Kortom, een systeem waarbij veel geschoven moet worden en goede onderlinge afstemming vereist.

 

  • 3-2-1-rechtdoor

Daarnaast is er ook nog de 3-2-1 rechtdoor variant waarbij de blokkering rechtdoor wordt dichtgezet. De rechtsachter schuift hierbij naar voren en is verantwoordelijk voor de ballen kort achter de blokkering. Heb je op positie 1 een mindere verdediger of wil je jouw spelverdeler niet opofferen voor de verdediging? Dan is dit een ideaal systeem. Uiteraard kun je er ook voor kiezen om dit type systeem te hanteren als de tegenstander veel over de rechtdoor aanvalt.

2-1-3 systeem

Je kunt ook het 2-1-3 systeem hanteren. In dit systeem is er een belangrijke rol weggelegd voor de vrije netspeler. Deze speler schuift bij de aanval van de tegenstander over de buitenkant kort achter de blokkering. Dit systeem kun je hanteren als je er voor kiest om je middenblokkeerder te helpen. Je laat de speler op links voor mee blokkeren op het midden. Als de bal naar de buitenaanvaller gaat, schuift de vrije netspeler achter de blokkering. Als je dit type systeem hanteert, heb je een speler op linksvoor (positie 4) nodig die wendbaar is en zich makkelijk kan verplaatsen.

2 – 0 – 4 systeem (zoneverdediging)

Dan bestaat er ook nog het 2-0-4 systeem. Dit wordt ook wel het 3-2-1 systeem zonder rotatie genoemd. Dit type systeem hanteer je als de tegenstander vele harde aanvallen speelt en maar weinig tactische ballen. Dit systeem wordt vaak ook op hoog niveau toegepast. Bijvoorbeeld op de snoeiharde smashes van Nimir Abdel-Aziz. Binnen dit systeem schuift de linksvoor / positie 4 speler naar achteren toe om de verdediging te versterken. Je ziet hier ook direct het nadeel van dit systeem, want een korte bal achter de blokkering is direct gevaarlijk.

2-2-2 systeem (Box verdediging)

Binnen het 2-2-2 systeem (ook wel Box verdediging genoemd), heb je 2 blokkeerders, 2 verdedigers voor de korte bal en 2 verdedigers voor de diepe bal. De 4 verdedigers staan hierbij altijd in een vierkant (box). Als je vrije netverdediger niet de tijd heeft om te verplaatsen naar de 3-meterlijn bij de zijlijn, kun je dit type systeem hanteren. Vaak wordt het gebruikt als je kiest voor een gecentreerde blokopstelling. De vrije netspeler kan hierbij de korte ballen voor zijn rekening nemen.

Lijnverdediging

Daarnaast kun je ook nog kiezen voor lijnverdediging. Dit is een type systeem dat vaak gehanteerd wordt bij de jeugd. Hierbij verdedigt iedere speler zijn eigen “straatje”. Binnen dit systeem staan de verdedigers op 1 lijn in het achterveld en verdedigen de straat voor zich.

Welk systeem kies jij?

Zoals gezegd is hangt het dus van verschillende factoren af welk type verdedigingssysteem je hanteert. Welke spelers heb je tot je beschikking? Welk systeem zijn ze al eigen? En welke tegenstander tref je? Heb je een tegenstander die veel hard aanvalt, dan kan het 2-0-4-systeem een goede keuze zijn. Heb je een tegenstander die veel diagonaal aanvalt, en dat afwisselt met het spelen van een tactische bal? Dan kan je beter kiezen voor het 3-2-1-diagonaal systeem. Wel is het belangrijk om deze systemen goed te trainen met je spelers zodat weten hoe ze zich moeten bewegen door het veld en welke plek ze moeten aannemen. Daarnaast is moet je je verdedigingssysteem afstemmen op je blokkeringssyteem. In het volgende artikel leggen we de verschillende blokkeringsystemen uit.

 

Delen:
Bekijk ook